FAAM
De FAAM is een vragenlijst met 29 items die is ontwikkeld om het fysieke functioneren te beoordelen van personen met voet- en enkelgerelateerde beperkingen. Het is een zelfgerapporteerde maat die bestaat uit twee subschalen. De eerste subschaal, welke 21 items omvat, betreft de activiteiten van het dagelijks leven, de tweede subschaal omvat 8 items en betreft de sport. Voor zowel de subschaal ‘activiteiten van het dagelijks leven’ als de subschaal ‘sport’ duidt een hogere score op een hoger functieniveau.
R.R.L. Martin, J.J. Irrgang, R.G. Burdett, S.F. Conti, J.M. Van Swearingen, Evidence of validity for the Foot and Ankle Ability Measure (FAAM), Foot Ankle Int. 26 (2005) 968–983. https://doi.org/10.1177/107110070502601113.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/?term=FAAM%5BTitle%5D&sort=
Elk item wordt gescoord op een 5-punts Likert-schaal (4 tot 0). Het antwoordformaat en de numerieke waarden zijn als volgt: (0) Niet mogelijk, (1), veel moeite, (2) wat moeite, (3) weinig moeite en (4) Geen moeite. De uiteindelijke score wordt verkregen door de waarden van de verschillende items bij elkaar op te tellen en kan variëren van 0 tot 84 voor de subschaal ‘dagelijkse activiteiten’ en van 0 tot 32 voor de subschaal ‘sport’. Deze score wordt vervolgens omgezet in een percentagescore.
Wilt U elke vraag beantwoorden met één antwoord, dat het beste uw toestand beschrijft in de afgelopen week. Als de betreffende activiteit door iets anders dan de voet of enkel werd belemmerd, kruist u dan NVT (niet van toepassing) aan.
|
|
|
Hoeveel moeite had u met de volgende activiteiten vanwege uw voet en enkel? | Geen moeite | Weinig moeite | Wat moeite | Veel moeite | Niet mogelijk | NVT |
1.Staan |
||||||
2.Lopen op een vlakke ondergrond |
||||||
3.Lopen op een vlakke ondergrond zonder schoenen |
||||||
4.Een helling op lopen |
||||||
5.Een helling af lopen |
||||||
6.Een trap oplopen |
||||||
7.Een trap aflopen |
||||||
8.Lopen op oneffen terrein |
||||||
9.De stoep op en af stappen |
||||||
10.Hurken |
||||||
11.Op uw tenen gaan staan |
||||||
12.Als u begint te lopen |
||||||
13.Ongeveer 5 minuten wandelen |
||||||
14.Ongeveer 10 minuten wandelen |
||||||
15.Langer dan 15 minuten wandelen |
||||||
Hoeveel moeite had u met de volgende activiteiten vanwege uw voet en enkel? | Geen moeite | Weinig moeite | Wat moeite | Veel moeite | Niet mogelijk | NVT |
16.Huishoudelijke taken |
||||||
17.Activiteiten in het algemene dagelijkse leven |
||||||
18.Persoonlijke verzorging |
||||||
19.Licht tot matig zwaar werk(staan, lopen) |
||||||
20.Zwaar werk (trekken/duwen,klimmen, sjouwen) |
||||||
21.Recreatieve activiteiten |
||||||
Hoeveel moeite had u met de volgende sportactiviteiten vanwege uw voet en enkel? | Geen moeite | Weinig moeite | Wat moeite | Veel moeite | Niet mogelijk | NVT |
22.Hardlopen |
||||||
23.Springen |
||||||
24.Landen na een sprong |
||||||
25.Snel starten of stoppen met rennen |
||||||
26.Zijwaarts bewegen/afzetten |
||||||
27.Lichte sportieve activiteiten |
||||||
28.Sporten zoals u normaal zou doen. |
||||||
29.Zo lang sporten als u zou willen |
||||||